Ouwe wijven op de trein

17 juli 2006

een broodje ringbaardflamingant

Deze middag, tramtunnel onder Gent-Sint-Pieters. Ik wacht op de tram richting Zwijnaarde en aangezien de Lijn volgens een vakantieregeling werkt, heb ik wel even de tijd om verder te lezen in een boek. Gezeten op een bankje, mijn rugzak achteloos op het stoeltje naast mij gelegd.
Staat op dezelfde tram te wachten: een man met een ringbaardje. Ringbaardjes doen mij altijd aan pdw denken en vooral aan zijn ringbaardflaminganten. Het kan toch geen toeval zijn dat quasi alle mannen met een ringbaard, naast de strak afgelijnde haargroei op kin en vel onder de neus, ook voldoen aan de criteria oud, kaal en pisnijdig. Met andere woorden, de kweekvijver van het Vlaams Belang. Ik had vanmiddag de eer, nu ja eer, zulk specimen in mijn buurt te hebben.
Nadat het heertje vijf minuten rechtstaand, de beide armen strak achter het lichaam gehouden, naar de uiterst rechtse kant keek (toeval?) - een tram komt toch altijd van links, niet - besluit hij opeens net op dat bankje met m'n rugzak te gaan zitten. Zonder schroom ploft ie zijn gewezen Jugendgat op mijn zak met paperassen van 't werk en vooral met mijn sandwichen. Zonder schroom! Meer zelfs, met een fierheid van onoverwinnelijkheid die menig SS-officier moet gevoeld hebben wanneer ze alweer een lading joden hadden vernietigd.

Ik had misschien mijn rugzak niet op het stoeltje naast mij mogen leggen, maar rechtvaardigt dat het feit dat zo'n ringbaardflamingant zomaar op mijn tas gaat zitten? Zoals Hegel "de Geest" door de straten van Jena heeft zien trekken, zo zag ik vandaag "de verzuring" wachten op een tram in Gent. Ik kijk enigszins met angst uit naar 8 oktober.